Het gebruik en de detectie van antidiefstalapparatuur in supermarkten

Na de nieuwe supermarktanti-diefstal apparatuurteruggekocht wordt, dient ook na gebruik aandacht besteed te worden aan de verzorging en het onderhoud. Hoe moet de antidiefstalapparatuur van de supermarkt worden onderhouden? Dit valt uiteen in twee delen: een detector en een decoder. Laten we er vervolgens één voor één over praten.

Voor onzeanti-diefstal apparatuur, dat is de detector, schakel de detectiestroom elke dag in voordat u hem opent, en het indicatielampje op de stroomregelkast gaat branden. Op dit moment begint de interne zelfinspectie van de apparatuur en zal het systeem naar de normale werking overgaan nadat de zelfinspectie binnen ongeveer een minuut is voltooid. Op dit moment kan ons schadepreventiepersoneel de detectie uitvoeren met het antidiefstallabel. De handen hangen op natuurlijke wijze naar beneden, het vlak van het antidiefstallabel bevindt zich ter hoogte van het antidiefstalapparaat en gaat vervolgens met een normale snelheid door het antidiefstalapparaat op 1 meter afstand van het apparaat. Het antidiefstalapparaat kan een alarm activeren en geluids- en lichtherinneringen verzenden, wat betekent dat het apparaat normaal werkt. Als er geen alarm is, kunt u dit meerdere keren herhalen. Schakel dagelijks de detectiestroomvoorziening of de hoofdstroomvoorziening uit wanneer de winkel gesloten is.
Wat de decoder betreft, moet de kassier de decoder inschakelen voordat deze wordt geopend, het stroomindicatielampje op de decoder brandt en het indicatielampje op het decoderbord brandt. Neem nu het label en voer het met normale snelheid door het decoderbord (5-10 cm hoogte). Na gebruik hoort u de pieptoon van de decoder, wat aangeeft dat het apparaat normaal werkt (als het apparaat geen geluid of indicatielampje heeft, kunt u dit negeren).

Elke medewerker in onze supermarkt is u elke dag van dienst. Ik hoop dat deze antidiefstaltips je kunnen helpen.